Kampot
Blijf op de hoogte en volg Angelique
10 November 2013 | Cambodja, Kâmpôt
Vandaag hebben we een Countryside Tour geboekt en er gaat nog een Nederlands stel mee. Dus we zitten gezellig met 4 personen in de tuktuk. We worden om half 9 op gehaald en onze eerste stop zijn de zoutpannen. Nu is er eigenlijk nog niet veel te zien want het seizoen begint nu pas. In het regenseizoen kunnen ze hier niets dus het begint pas in november tot ongeveer april. Nu zijn ze de vlaktes aan het repareren door van klei dammetjes te maken en de vlakte helemaal vlak te maken. Hier komt dan water van de rivier in en dat droogt binnen 3 dagen op (ligt aan de temperatuur en of het niet gaat regenen). Er blijft dan een witte laag over en dat schrapen ze af en dan heb je zout. Deze worden opgeslagen in houten loodsen en hier doen ze het weer in zakken en deze moeten worden verkocht aan de regering. Vroeger mochten de boeren het nog wel aan andere (particulieren) verkopen, maar nu moet alles naar de regering. Je begrijpt wel dat de regering weer niet de beste prijs ervoor geeft. En het werken hier op land in deze warmte is erg zwaar. Je ziet hier ook alleen maar vrouwen en ze verdienen ongeveer 6 dollar op een dag. Dan rijden we verder en stoppen bij een klein vissersdorpje. Het stel niet veel voor maar er zit een oude vrouw nog de traditionele dak- en wandbedekking te vlechten wat wel er mooi is. Tot voor kort waren alle huizen van dit materiaal gemaakt tot 15 jaar geleden de golfplaat zijn intreden nam. We rijden verder door een prachtig landschap. We zien veel rijstvelden, goed onderhouden akkers met groenten en bergen op de achtergrond. We komen aan bij de grot van Phnom Chhnork. Eerst klimmen we een heel eind omhoog wat weer een prachtig uitzicht geeft. Dan zien we de grot liggen. We dalen weer af en zien in het halfduister een bakstenen prasat (toren) van het pre-Angkor-tijdperk. De rots lijkt de ruine, die geleidelijk wordt bedekt met kalksteen uit het water dat van het dak druipt, te willen opeisen. Veel formaties in de grot hebben een naam. Zo wijst de gids een olifant en krokodil aan. Met een beetje fantasie zie je het er ook nog in. De tempel is door de natuurlijke bescherming tegen de elementen verrassend goed bewaard gebleven. Dan kunnen we dezelfde weg terug nemen maar we kunnen ook nog verder de grot afdalen. En die optie kiezen wij natuurlijk weer. Pauls lange benen komen hier van pas want vaak zijn de afspapjes naar de volgende rots iets te ver weg voor mij. En die gids lijkt wel een berggeit. Maar eerlijk is eerlijk het is echt prachtig. Heel af en toe komt er van boven wat licht door de grot en dan zie je hoe mooi hij gevormd is. Hoewel de grot lekker koel is komen we helemaal bezweet eruit. Maar we kunnen in de tuktuk opdrogen want nu is het best een stukje rijden naar de volgende bestemming. Maar ook hier is de weg echt slecht en vaak niet meer als een stof weg. Telkens als we worden ingehaald of een tegenligger passeert zien we niets meer van de stof. Als ik nu geen stoflongen heb weet ik het niet meer. Eindelijk we zijn bij de peperplantage gekomen. De beroemde peper van Kampot kan zich zeker meten met de beste pepers ter wereld. De Chinezen waren de eersten die de peper in de regio kweekten en daarna begonnen de Fransen in de 19de eeuw met het intensief verbouwen van het gewas. Ondanks de sterke achteruitgang in productie tijdens de Rode Khmer, bloeit deze vandaag de dag gelukkig weer op. Er zijn meer dan 150 plantages, verdeeld tussen Kampot en Kampong Trach, dichtbij de Vietnamese grens. De peper is een liaan die zich om een houten stokje rolt. De grootte van plantage wordt afgemeten aan het aantal stokken (200 stokken voor een gemiddelde plantage). Maar je moet opletten wat je koopt want sommige producenten verkopen Vietnamese peper als peper uit Cambodja. Om die reden is er in 2010 een soort label in het leven geroepen, een beschermde geografische aanduiding, dat door de meerderheid van alle peperproducenten erkend wordt. De verschillende soorten peper komt dus van 1 plant. Aan 1 takje komen meerdere witte bloempjes en uit dat wit bloempje komt een besje. Deze is groen. Er bestaat dus groene peper maar deze moet wel binnen 3 dagen na het plukken gebruikt worden. De zwarte peper krijg men door de onrijpe groene besjes te plukken en deze voor 3 of 4 dagen te laten drogen in de zon op bamboo matjes. Als de besjes rijp zijn kleuren ze rood. Op het juiste moment moeten ze geplukt worden en ook dan worden ze voor 3 a 4 dagen gedroogd. De rode pepers worden bij hand gesorteerd. Deze peper komt niet zo vaak voor en is ook zoeter dan de zwarte. De witte peper is eigenlijk de rode peper maar dan zonder zijn jasje. En er zijn 2 mogelijkheden om witte peper te krijgen. Vogels eten de peperbes alleen als die rijp is en dus rood. In het darmkanaal wordt enkel het eerste gekleurde beschermlaagje (pericarp) verteerd. Vervolgens komt de peper in de vogelmest terecht. Het is dus via deze natuurlijke weg dat je witte peper verkrijgt en de kinderen zoeken deze bessen op in de natuur. Een andere manier om witte peper te verkrijgen is door de rode bessen 24-48 uur in water te laten staan. Het is moeilijk te zeggen of de smaak van de ene methode beter is dan de andere....Hierna rijden we door naar Kep. Dit is een leuk badplaatsje. Maar als je goed kijkt zie je gebouwen uit de koloniale periode die beschadigd of verwoest zijn door de Rode Khmer, die de streek pas in 1998 verlieten. Tot voor kort werden de meeste ruines opgeslokt door de weelderige tropische vegetatie, maar inmiddels zijn er enkele gerestaureerd en waarschijnlijk zullen er meer volgen, al gaat dat langzaam, omdat het moeilijk is om de eigenaren te achterhalen. We eten wat aan het water en nemen daarna de boot naar Koh Tonsay (konijneneiland). Het is ongeveer een half uurtje varen en komen dan weer bij een klein paradijsje. Er staan hier hutjes waar je in kan overnachten en er zijn wat restaurantjes. Maar wij komen er om lekker in een hangmat weg te doezelen en wat te zwemmen. Rond half 5 gaat de boot terug en moeten we nog met de tuktuk 25 km over een heel stoffige weg terugrijden. We gaan meteen wat eten en daarna naar de hostel. En dat was geen slecht plan want om 10 uur begint het me toch te regenen.
We worden wakker en het miezerd nog steeds. Het heeft vanacht gestormd. Blijkbaar is het een storm vanuit Vietman en heeft het veel schade aangericht.
Vandaag gaan we Bokor Hill bezoeken. We vragen of de tour nog doorgaat. En natuurlijk gaat hij door. We worden om half 9 opgehaald maar we moeten zoveel mensen oppikken dat het maar duurt en duurt. Dan moet hij nog tanken en dan moeten we ook nog wachten op de chauffeur. Nou, dat lijkt me al geen goed begin. Dit hebben we nog nooit gehad als we een tour hadden geboekt. Eindelijk gaan we na ruim een uur op pad. Onder tussen is het weer harder gaan regenen. Het Bokor National Park is begin 20e eeuw door de Fransen opgezet als elegante regeringspost en in de jaren twintig stroomden de bezoekers naar de berg om van het koele klimaat en de luxe voorzieningen te genieten. Sindsdien is het twee keer verlaten, de eerste keer rond 1940 - toen de Japanners Cambodja binnenvielen - en later rond 1970, toen de Rode Khmer het land overspoelde. In 1979 voerden de Vietnamezen en de Rode Khmer in het park een langdurige strijd; ze hadden zich op 500 meter van elkaar in het hotel en de rooms-katholieke kerk verschanst. Nog steeds zijn de sporen van die gevechten te zien. Bokor werd in 1993 een nationaal park, maar was tot 1998 niet toegankelijk voor publiek. In dat jaar werd het eindelijk veilig verklaard en zijn de mijnen grotendeels weg. Door gebrek aan infrastructuur komen zelfs tegenwoordig weinig mensen verder dan de belangrijkste heuvel. We zien geen wild, maar uit recent milieuonderzoek is gebleken dat er verschillende bedreigde diersoorten in het park leven, waaronder tijgers, Aziatische olifanten en groene pauwen. Maar misschien is Bokor wel niet lang meer verlaten. Er gaan geruchten dat het casino aan een particuliere onderneming is verhuurd, die plannen heeft om de weg te verbeteren en een resort te bouwen en daarbij willen de Chinezen 3 km stroomopwaarts een enorme nieuwe hydro-elektrische krachtcentrale bouwen. Eerst bezoeken wij de overblijfselen van het buitenverblijf van de koning, Sla Khmao palace. En bekijken we Wat Sumbpo Bpram (de vijf schepen-pagode). Dan rijden we door naar de roomskatholieke kerk, met een klein altaar en veel graffiti. We zien in de verte het casino liggen. Vroeger was dit een paleis later een hotel/casino en daarna gebruikt door de Rode Khmer als gevangenis waarbij ze de klif gebruikt om de lichamen te dumpen. Het casino Bokor Palace, een artdeco-icoon aan de rand van de klif, dat gedurende de Tweede Wereldoorlog onder Lon Nol werd verlaten, vormt een bijzonder decor van een horrorfilm: immense zalen, doorzeefd met kogels van de Rode Khmer en de Vietnamezen, verroest metaal en gebroken tegels. Het weer maakt van deze tocht een spookachtige en uitzonderlijke belevenis. Helaas hebben we niet kunnen genieten van het prachtige uitzicht wat je hier zou moeten hebben maar dit heeft zeker ook wat. We gaan lunchen bij een waterval maar de enige waterval die we zien is de weg die veranderd is in een stroomversnelling. Het is erg hard gaan regenen en we eten de lunch op onder een afdak en gaan dan terug het busje in. Want om nu naar de waterval te lopen is gekken werk. Er valt hier zo'n 5000 mm regen per jaar, dus zijn er veel watervallen die we vanuit de bus ook zien. We gaan terug naar onze hostel en gelukkig is het beneden in de stad een stuk beter we kijken terug naar de berg die nog steeds in de dichte wolken hangt. We rusten heel even en lopen dan naar de waterkant waar we nog een boottripje van 2 uur maken. We zien prachtige natuur met op de achtergrond de olifantsbergen. En dan komen er ineens een stuk of 15 vissersbootjes langs ze varen naar de zee wat een erg mooi gezicht is. En dan zit de dag er alweer op. Wat gaat het hier toch snel. We eten wat en gaan vroeg naar bed want morgen wordt weer een lange reisdag.
Tot snel......
-
10 November 2013 - 13:26
Bettie DeWit:
Hoi, Angel & Paul,
Wat is het leuk om dit allemaal te lezen het lijkt wel of ik meereis. Het gaat goed met jullie merk ik wel en wat beleven jullie samen veel. Dat is straks terugkijken op een heel mooi avontuur.
ik wens jullie nog een mooie tijd en een goede terugreis.
Groetjes Bettie
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley