Op naar het strand
Door: AngelgoesMadagascas
Blijf op de hoogte en volg Angelique
08 Juni 2011 | Madagascar, Ifaty
Vandaag is het een lange rit in de bus. We gaan naar het strand. Eerst rijden we nog een stuk door een droge bedoening. Hier en daar staat een palmboom. Deze kan trouwens ook tegen de vele branden die hier zijn want als de stam groot genoeg is groeit hij gewoon door. We rijden door een dorpje waar een hele hoofdweg is met winkeltjes die Safieren opkopen. Deze worden in de omgeving gevonden maar helaas blijft het grote geld niet hier. Dit gedeelte is vreemd genoeg 1 van de armste delen van het land. In dit deel wonen de Mahafaly en deze hebben een andere gewoonte van begraven. Hier zeggen ze dat de doden beter wonen dan de levenden. Als men hier sterft word je gebalsemd en een jaar in huis gehouden. En alleen dan dragen ze zwart. Na het jaar is de rouw voorbij en gaat de overledene naar zijn permanente rustplaats. Dat is een vierkante stenen blok versierd met tekens van wat de persoon was of deed. Er staan ook vaak hele mooie houten palen (soort totempaal) bij het graf. Deze graven zijn veel mooier dan de huizen waar ze zelf in wonen. Welke vaak maar een rieten hutje is. (Zo'n rieten hutje kun je trouwens kopen voor 50.000 ariary. Maar ik kan je wel zeggen dat een gemiddeld tuinhuisje in Nederland er beter uitziet). Ook dit wordt met veel dans en feest gedaan. En omdat het hier zo droog is heet dat feest "de stofwolk". Verder komen we onderweg nog Baobab's tegen. Er zijn hier zeven verschillende soorten terwijl er op het Afrikaanse vasteland slechts 1 soort voorkomt. De sponsachtige stam van de boom bevat een grote hoeveelheid water, dat afgetapt kan worden via een gat in de stam. De stam wordt gebruikt voor dakbedekking of als trog voor het vee. De vruchten van de Baobab bevatten olie waarin gebakken wordt. En de harde ronde schil wordt gebruikt als waterkom. De stam heeft de vorm van een fles en de takken lijken meer op wortels. Het is een grappige boom om te zien. Niet alleen het landschap veranderd. De mensen krijgen ook meer een Afrikaanse uitstraling, het Aziatisch is hier een beetje weg. Hier beschilderen de vrouwen ook vaak het gezicht met Aloë Vera en aarde (tam tam). Dit is niet alleen tegen de zon (het is hier echt bloedheet, en dan is het nog maar winter (350 dg zon)) maar ook nog eens goed voor de huid. Na een korte stop in Tulear verlaten we Route National 7 en nemen we de snelweg Route National 9. En deze is gewoon een zandpad. Onze eindbestemming is Mangily/Ifaty. Ergens tussen deze 2 in dan want eerst was Ifaty het grootste plaatsje en nu Mangily. Maar waar de grens ligt weet niemand. Het is een comfortabel badplaatsje met brede zandstranden. Hier wonen de kustbewoners (Vezo), de vissers. En veel anders dan relaxen kun je hier ook niet. Er is geen stroom en als er die wel is komt dit door aggregaten. Wederom dus een zaklamp mee om over de snelweg te lopen terug naar je bed. Het is toch onvoorstelbaar hoe mensen hier leven. Om 6 uur is het hier donker dus alles gaat op tijd naar bed om zo vroeg mogelijk te beginnen. We liepen langs de bioscoop. En ik moest wel lachen. Dat is dus een klein rieten hutje zonder ramen en daar staat een TV in en voor 200 ariary kun je film (tv) kijken. Wij gaan vandaag snorkelen. En we worden in een traditionele Lakana (Pirogue) naar de koraalrif gebracht. Ik moet zeggen dat het water erg troebel was en het koraal erg beschadigd. Dus zeker geen San Blas. Jammer maar des al niet te min hebben we ons prima vermaakt. Ook zijn we naar het spiny forest gegaan. Een typisch bizarre Malagassische stekelwoud waar Baobabs, pachypodium en cactussen groeien. Daarna hebben we weer genoten van de zee, strand en zon. Heerlijk, alleen jammer dat de insecten hier ook meteen mega groot zijn. Een gemiddelde kakkerlak is dan ook zo groot als een zeepbakje en die kan hij met gemak verplaatsen als we hem eindelijk gevangen hebben bbrrrrrrrrr. Wat dan weer wel leuk is, is dat ik met een bidsprinkhaan heb gedoucht. De lucky basterd hahaha
Tot snel